Cookie beleid Dvv Delft

De website van Dvv Delft is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Voorkomen of melden grensoverschrijdend gedrag

Voorkomen of melden grensoverschrijdend gedrag

Voorkomen grensoverschrijdend gedrag

Een sportvereniging moet een veilige omgeving zijn voor iedereen en voor minderjarigen of andere kwetsbare personen in het bijzonder. Ook D.V.V. Delft hecht grote waarde aan de veiligheid van haar (jeugd)leden. Eén van de middelen om een veilige sportomgeving te creëren en seksuele intimidatie te voorkomen is het vragen om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aan vrijwilligers. Het NOC*NSF en de KNVB stimuleren dit bij hun leden.

Het bestuur van D.V.V. Delft onderschrijft het belang van een VOG voor vrijwilligers. Wij vragen alle vrijwilligers, die direct of indirect contact hebben met minderjarigen of andere kwetsbare personen, om een VOG te overleggen. Denk hierbij onder meer aan trainers, leiders, grensrechters, scheidsrechters, verzorgers, EHBO-ers, leden van de Activiteitencommissie, medewerkers wedstrijdsecretariaat, kantinepersoneel en bestuursleden.

Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) is een verklaring van het ministerie van Veiligheid en Justitie waaruit blijkt dat het gedrag van een persoon in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Dit wordt beoordeeld middels een screening. De vrijwilliger kan met de VOG aantonen dat hij of zij in het verleden geen strafbaar feit heeft gepleegd dat relevant is voor de betreffende functie.

Het invoeren van een VOG binnen de sport en dus ook binnen onze vereniging geeft meer zekerheid over het verleden van personen. De VOG is daarmee een belangrijk onderdeel van het preventie- en integriteitsbeleid van elke vrijwilligersorganisatie.  Een VOG staat ook wel bekend als bewijs van goed gedrag. Het is één van de maatregelen die een sportvereniging kan nemen om de kans op bijvoorbeeld seksuele intimidatie binnen de club te verkleinen. Het geeft meer zekerheid over het verleden van (nieuwe) trainers, coaches, begeleiders of verzorgers en het vermindert de kans dat personen, die eerder in de fout zijn gegaan met minderjarigen of andere kwetsbare personen, een functie bij de sportvereniging kunnen uitoefenen waarbij hij of zij met dergelijke personen te maken heeft.

Door als vereniging een VOG te verlangen van iedereen die in zijn functie in aanraking komt met minderjarigen of andere kwetsbare groepen, laat D.V.V. Delft zien dat het de veiligheid van haar leden serieus neemt. Het bestuur van D.V.V. Delft stelt het overleggen van een VOG verplicht. Mensen die hieraan niet mee willen werken, kunnen geen vrijwilligersfunctie bij D.V.V. Delft bekleden. Wij hopen echter op ieders begrip en willen onze vrijwilligers alvast hartelijk danken voor de medewerking. Het aanvragen van een VOG als vrijwilliger van D.V.V. Delft is gratis.

Het bestuur of de jeugdcommissie zijn bekend met de wijze waarop een aanvraag voor een VOG kan worden gedaan.

 Definitie en Gedragsregels

Inleiding:
Misbruik, pesten, discriminatie, geweld maar ook seksuele intimidatie kunnen helaas nooit voor 100% voorkomen worden, maar een bestuur van een sportvereniging moet alles in het werk stellen om te zorgen, dat de kans erop zo klein mogelijk is.

De definitie van seksuele intimidatie in de sport is een belangrijk uitgangspunt bij de voorkoming en aanpak van seksuele intimidatie in de sport. De definitie is opgesteld door de sportbonden en NOC*NSF en aangenomen in de Algemene Ledenvergadering, als onderdeel van een breed pakket maatregelen tegen seksuele intimidatie. Hij is van toepassing op ieder lid van een sportvereniging, dus op sporters, technisch kader en bestuur. Tevens is de definitie van toepassing op iedereen die op contractbasis of als vrijwilliger een bijdrage levert aan sportactiviteiten.
Coaches, trainers en andere begeleiders van sporters, hebben een extra verantwoordelijkheid als het gaat om het voorkomen van seksuele intimidatie. Deze verantwoordelijkheid is uitgewerkt en beschreven in “de gedragsregels begeleiders”. Ten eerste verplichten de gedragsregels de begeleiders in te grijpen in geval van concrete incidenten. Ten tweede geven de gedragsregels de grenzen aan van de omgang die is toegestaan tussen de begeleider en de sporter. De gedragsregels zijn dan ook alleen van toepassing op begeleiders, waaronder in ieder geval wordt verstaan coaches, trainers en verzorgers.
Zowel de definitie van seksuele intimidatie, als de gedragsregels voor begeleiders, zullen bij de behandeling van concrete klachten over seksuele intimidatie als toetssteen worden gebruikt.

Definitie begrip seksuele intimidatie:

  1. Seksuele intimidatie is elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non verbale of fysieke zin die door de persoon die het ondergaat als gedwongen en/of ongewenst wordt ervaren waaronder mede begrepen seksueel misbruik.
  2. Onder seksuele intimidatie, zoals vermeld in lid 1, zijn mede begrepen de in de artikelen 239 t/m 250 (Titel XIV: Misdrijven tegen de zeden) van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde feiten.

Definitie van het begrip begeleider:
Een begeleider is degene die een sportbeoefenaar in de ruimste zin des woords begeleidt en/of voor die begeleiding verantwoordelijk is (waaronder in ieder geval begrepen trainer, coachen en/of verzorgen) op en rondom de plaats waar de sportbeoefening of de voorbereiding daarop plaatsvindt, waar en hoe dan ook.
Onder sportbeoefening wordt in deze definitie begrepen zowel de sportactiviteiten zelf als alle activiteiten die een directe relatie met die sportbeoefening hebben.

Gedragsregels Begeleiders:

1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.

2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, en verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.

3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.

4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.

5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.

6. De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.

7. De begeleider zal tijdens trainingen of stages, wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of hotelkamer.

8. De begeleider heeft de plicht- voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.

9. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.

10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter betrokken is. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.

11. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.

Vertrouwenscontactpersoon:

Treiteren en pesten, agressie en geweld, seksuele intimidatie, discriminatie, intimideren en andere ongewenste omgangsvormen zijn helaas van alle dag. Wat voor de één een grapje is, kan voor de ander een ongewenste omgangsvorm zijn. Bepalend is dat de activiteit of situatie door de betrokkene als ongewenst wordt ervaren. In dat geval kan contact worden opgenomen met de vertrouwenscontactpersoon die daarvoor door het bestuur is aangesteld. De vertrouwenscontactpersoon fungeert als eerste aanspreekpunt voor leden (sporters, ouders van sporters, toeschouwers, kaderleden, vrijwilligers, bestuur) met een klacht of een vraag. Een klacht of vraag zal altijd vertrouwelijk worden behandeld. De vertrouwenscontactpersoon biedt een luisterend oor, geeft raad en verwijst zo nodig door voor geschikte hulp. De Vertrouwenscontactpersoon is op de hoogte van de mogelijkheden die er zijn om hulp te krijgen. Daarnaast adviseert en stimuleert deze de vereniging om preventieve maatregelen te nemen. 

Vertrouwenscontactpersoon voor D.V.V. Delft is: 

De heer M.J. (Rien) van Driel 

E-mail: [email protected]

 

 

 

 

 

Handige links:

Folder seksuele intimidatie in de sport

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!